X
GO

Nieuws

Superschool

Geplaatst op:
Superschool

Stichtse Vrije School als “Superschool”?

In het Elsevier-onderzoek Beste Scholen van januari 2021 kreeg de Stichtse voor het vwo-onderwijs weer de beoordeling ‘Superschool’ (zie Superscholen). Leuk om te horen, maar dit soort kwalificaties op basis van voornamelijk examenresultaten brengt ons telkens wel in verlegenheid. 

Het is niet voor het eerst dat de Stichtse Vrije School hoog in de ranglijsten staat. In 2006 was de Stichtse al eens ‘de beste school Nederland’ voor vwo en mavo, volgens dagblad Trouw, dat toen de ranglijsten van onderwijssocioloog Jaap Dronkers publiceerde. In de tussenliggende jaren werd de school met hoge beoordelingen vereerd voor de verschillende examenrichtingen in diverse media en twee en vier jaar geleden waren we ook al “superschool” in Elsevier.

Daar zijn we natuurlijk blij mee. Examenresultaten doen ertoe in onze samenleving; leerlingen kunnen laten zien wat ze op cognitief gebied hebben ontwikkeld en ze hebben de resultaten nodig om verder te komen in het vervolgonderwijs. Het is dan ook leuk voor leerlingen en collega’s om te zien dat we het op dit gebied ook goed doen.

Tegelijkertijd blijven de examens voor ons als vrijeschool een bijproduct van ons onderwijs. Niet onbelangrijk, maar het hoofddoel is een brede ontwikkeling van de leerling op sociaal/emotioneel, praktisch/kunstzinnig en beschouwend/analytisch gebied. Of, vanuit het perspectief van onderwijsfilosoof Gert Biesta gezien: het gaat om de socialisatie, de persoonsvorming en de kwalificatie. Daar blijven we met elkaar aan werken en daarin blijven we ons ontwikkelen. Dat geldt zowel voor leerlingen als voor leraren.

De eenzijdige focus die nu landelijk al jarenlang gericht wordt op examenresultaten leidt af van waar het werkelijk om gaat in het onderwijs en dat doet het onderwijs geen goed. Je ziet ook dat het schoolexamen -dat oorspronkelijk bedoeld was om het onderwijs te verrijken met andere activiteiten en vaardigheden/kwaliteiten- in de loop van de jaren steeds meer is verschraald tot een voorbereiding op het centraal examen.

De publicatie van de lijstjes van examenprestaties per school heeft sterk bijgedragen aan deze ontwikkeling. Vandaar onze verlegenheid met deze kwalificaties. Wij willen graag het accent blijven leggen op (de kwaliteit van) het onderwijs zelf en niet op alleen de cognitieve resultaten.

Dat gezegd hebbend -en we blijven dit zeggen- is het aardig om te weten dat onze vwo-ers een groot deel van hun school- en lestijd samen hebben gewerkt met leerlingen die uiteindelijk met een mavo- of havodiploma de schooltijd hebben afgerond. Daarnaast hebben zij (net als ook de andere leerlingen) gedurende hun hele schoolloopbaan veel extra vakken gevolgd en extra activiteiten gedaan. Dat alles is dus geen belemmering om “superleerling” te worden. Sterker nog, er zijn relatief veel leerlingen die op een hoger niveau uitkomen dan het advies van de basisschool; dat wijkt in gunstige zin sterk af van de landelijke gemiddelden. Het veelzijdig met elkaar leren en pas in een later stadium een examenrichting kiezen werpt dus op alle fronten zijn vruchten af.                 

Gijs van Lennep                                                                                                                  

rector

| Terug

Archief